Keulen: stad van de levenslust

Cologne Cathedral along river rhine Germany. © Getty Images/iStockphoto

De inwoners van Keulen houden van feest en van het leven. Keulen is een stad met een hart en met gevoel – een stad waar een positieve levenshouding de regel is. En daarbij horen vanzelfsprekend ook de Keulse Dom, Kölsch, carnaval, chocolade en lekker eten.

Voor de positiviteit die zo kenmerkend is voor Keulen, zorgen de gezellige, authentieke kroegjes rondom de Alter Markt en de Heumarkt en de grote brouwerijcafés die overal in de historische binnenstad te vinden zijn. Hier stroomt het Kölsch – de drank die bijna iedereen in Keulen drinkt – uit de tap, worden er specialiteiten uit het Rijnland geserveerd en is de stemming meestal zo uitgelaten dat je bijna zou denken dat de stad altijd carnaval viert.

Kölsch is een bovengistend bier dat traditioneel wordt geserveerd in glazen van 0,2 liter, de zogenaamde ‘Stangen’. Het smaakt het beste direct van de tap. Het bier mag enkel in Keulen worden gebrouwen. Dankzij de hoge gisting, een sterkere reductie van suiker en mout, het hoge hopgehalte en het weinige koolzuur is het bier lichter en gezonder dan andere bieren.

Elk Kölsch-merk heeft zijn eigen, karakteristieke smaak en natuurlijk zijn eigen brouwerijcafé. Dat de kelners, de hier ‘Köbes’ worden genoemd, zich door de algemene vrolijkheid niet laten aansteken, is een principekwestie: een zekere barsheid typeert een echte ‘Köbes’.

Keulen: stad van de levenslust
© Getty Images/iStockphoto

Je herkent de ‘Köbes’ meteen aan hun kleding. Ze dragen dezelfde outfit die vroeger door knechten werd gedragen en bestaat uit een blauw jasje met hoge sluiting en zwarte knopen, een zwarte broek, een blauwe schort en om het middel een leren portefeuille.

Drieduizend eetgelegenheden

Vooral in het weekend ontmoeten de inwoners van Keulen, toeristen, jongeren en studenten elkaar in de talloze discotheken, clubs, bars, restaurants en lounges – bij voorkeur in de studentenwijk Kwartier Latäng, de wijken Friesenviertel en Belgisches Viertel, de Südstadt en steeds vaker ook in het stadsdeel Ehrenfeld, dat vroeger een industriewijk was. Een prettige verrassing zijn vaak de prijzen, die over het algemeen goed meevallen, zeker voor een stad van deze grootte.

Breng je een bezoekje aan Keulen, dan heb je een keuze uit meer dan drieduizend eetgelegenheden: van historische brouwerijcafés tot sterrenrestaurants en alles ertussen. Vrijwel alle 182 nationaliteiten die in de stad leven, zijn er vertegenwoordigd in restaurants. De internationale restaurants weerspiegelen de multiculturaliteit en de brouwerijcafés staan voor de ‘Kölsche’ tradities en gastvrijheid.

Aanschuiven aan een houten tafel in de hal

In het verleden brouwden de meeste Keulenaars hun bier zelf. Met de opkomst van het toerisme in de negentiende eeuw, begon ook de gastronomie te groeien. Inwoners gingen maaltijden aan bezoekers aanbieden, maar aanvankelijk wel op een provisorische manier. Ze ontvingen gasten aan houten tafels in de hal of op het erf.

De meeste van deze eetgelegenheden werden tijdens de Tweede Wereldoorlog vernietigd, maar de Kölsche namen bleven wel leven. In weinig steden vind je zoveel restaurants met dialectnamen als in Keulen. Een paar sprekende voorbeelden: Em Krützche (Im Kreuzchen) aan de Rijn, Bei dr Tant (Bei der Tante) aan de Cäcilienstraße of Em golde Kappes (Zum goldenen Kohl) in het stadsdeel Nippes.

Keulen: stad van de levenslust
© Getty Images/iStockphoto

Een paar cafébrouwerijen hebben de eeuwen en oorlogen wel doorstaan. Zo vind je aan de Straße Unter Taschenmacher het uit 1511 stammende Brauhaus Sion en vlakbij de Romaanse kerk St. Ursula ligt de vijfhonderd jaar oude Schreckenskammer.

De afgelopen jaren is het culinaire aanbod in Keulen uitgebreid met hoogstaande en creatieve gastronomie. Elf restaurants hebben een ster en van allemaal wordt de creativiteit en nadruk op regionale producten in het bijzonder gewaardeerd. Crême de la crême is restaurant Vendôme in het vlakbij Keulen gelegen Bergisch Gladbach, dat de trotse bezitter is van maar liefst drie sterren.

Spotten met rijkdom

Op de Keulse menukaart (Foderkaat) vind je gerechten als ‘Halve Hahn’ en ‘Kölser Kaviar’, maar laat je niet voor de gek houden. Bestel je een Halve Hahn, dan krijg je geen haan op je bord maar een sneetje roggebrood belegd met een dikke plak Hollandse kaas en mosterd. En wanneer je ‘Kölser Kaviar’ bestelt, krijg je geen kaviaar maar bloedworst met mosterd en een broodje.

Keulen: stad van de levenslust
© Getty Images/iStockphoto

Vanwaar deze verwarrende namen? Vroeger kon slechts een enkeling zich een gebraden haan of andere ‘luxe’ gerechten veroorloven. Het merendeel van de bevolking moest zich tevreden stellen met eenvoudige maaltijden. Als een soort spottende parodie op de eetgewoonten van de rijken, bedachten ze dit soort namen.

Hemel een aarde in één

Het meest geliefde gerecht in Keulen is de Rheinischer Sauberbraten. In het verleden werd dit gerecht gemaakt van paardenvlees, maar tegenwoordig wordt rundvlees gebruikt. Het wordt gemarineerd en gebraden.

In de tijd rond Kerstmis en op de kerstmarkten eten Keulenaars graag Rievkoche, een soort kleine pannenkoekjes van geraspte aardappels.

Maar de prijs voor de mooiste naam moet toch gaan naar ‘Himmel und Äd’ (Hemel en Aarde). Dit gerecht van gestampte aardappels, appels en bloed- of leverworst staat symbool voor het Rheinland: Hemel en aarde moeten er allebei zijn, anders kan de mens niet gedijen.

Niet alleen voor snoepers: het Chocolademuseum

Het Chocolademuseum is met zijn tweeduizend tentoonstellingsstukken een ware belevenis voor iedereen die van snoepen houdt. Precies op de plek waar vroeger de Stollwerck-fabriek bonbons en chocolade maakte, kunnen de bezoekers zich laten inwijden in de geheimen van deze lekkernijen.

Keulen: stad van de levenslust
© Schokoladenmuseum

Het museum neemt zijn bezoekers mee op een reis door de drieduizendjarige cultuurgeschiedenis van de chocolade. In het naar voren springende gedeelte van het museum bevindt zich een van de hoogtepunten: de productieafdeling.

Op twee niveaus kunnen de bezoekers zien hoe plakken chocola, truffels en holle chocoladefiguren worden gemaakt. In de foyer staat een drie meter hoge chocoladefontein waardoor warme vloeibare chocola stroomt. Iedere bezoeker mag hier een wafeltje in de chocolade dopen en natuurlijk ook opeten. Een museum waar de bezoekers niet alleen kunnen rondkijken, maar ook kunnen ruiken, proeven en voelen.

Het Chocolademuseum behoort met meer dan elf miljoen bezoekers tot de best bezochte musea van Duitsland. De chocoladeproductie van het museum is sinds 2006 in handen van de firma Lindt & Sprüngli, een toonaangevende fabrikant van chocola.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content