Lies is draagmoeder van de baby van Elke: ‘Ik weet dat ik het kan: dit kind afgeven’

© Fred Debrock
Carine Stevens Freelancejournalist

Elke wilde nog een kind, maar kon er geen meer krijgen. Vriendin Lies wilde best nog een keer zwanger zijn, maar geen kind meer. De twee vonden elkaar en ondertussen groeit in Lies’ buik de baby van Elke en haar man. “Dit is het mooiste cadeau dat iemand ons kon geven.”

Alles goed?’ vraagt Elke (32) aan Lies (37), met een blik op Lies’ bolle buik. ‘Prima,’ antwoordt Lies, ‘ik ben wat sneller moe, maar voor de rest verloopt deze zwangerschap even vlot als de drie vorige.’ In de herfst zal Lies een vierde kind op de wereld zetten. Maar ze zal niet opnieuw moeder worden. De baby in haar buik is immers geen broer of zus voor haar drie kinderen en geen kind van haar en haar man. Het is de baby van Elke en Dries, een bevriend koppel voor wie zij draagmoeder is.

‘Zes jaar geleden is de gedachte aan draagmoederschap al in me opgekomen, meteen na de geboorte van mijn tweede kind’, herinnert Lies zich. ‘Ik had makkelijke zwangerschappen achter de rug en mijn bevallingen waren grotendeels volgens het boekje verlopen. Dat was niet evident, zag ik rondom me. Sommige vriendinnen raakten niet of moeilijk zwanger of hadden zware bevallingen. Ik dacht: dit gaat mij zo goed af dat ik het gerust nog eens voor iemand anders wil doen.’ Lies kaartte het onderwerp meteen aan bij haar vroedvrouw, die verbaasd lachte: ‘Waar denk jij nu al aan, drie dagen na de bevalling?’ Maar het zaadje was geplant en is nooit meer uit haar hoofd verdwenen. ‘Nadat ons derde kind er was en Peter en ik ons gezin als voltooid beschouwden, wist ik: als er iemand op mijn pad komt die een draagmoeder nodig heeft, wil ik ervoor gaan.’

Lies is draagmoeder van de baby van Elke: 'Ik weet dat ik het kan: dit kind afgeven'
© Fred Debrock

Dat moment kwam er drie jaar geleden, nadat de tweede bevalling van haar vriendin Elke met nogal wat complicaties was verlopen.

Nooit meer zwanger

Het was al een hele krachttoer om de baby eruit te persen, omdat zijn hoofdje niet goed lag. En toen de moederkoek er eenmaal uit was, wilde Elkes baarmoeder maar niet samentrekken. Ze verloor veel bloed, viel af en toe weg, voelde de spanning in de verloskamer stijgen en werd uiteindelijk in allerijl naar het operatiekwartier gereden. Elke: ‘Toen ik uit narcose ontwaakte, heb ik meteen aan mijn man Dries gevraagd: ‘Heb ik mijn baarmoeder nog?’ Mijn vrees bleek gegrond: omdat de bloeding niet gestopt kon worden, had de gynaecoloog geen andere optie dan mijn baarmoeder weg te nemen.’

Er brak een verwarrende periode aan voor Elke. Aan de ene kant was ze dolgelukkig met haar tweede kind, aan de andere kant voelde ze pijn en verdriet. ‘Ik heb gerouwd, omdat er een stukje van mijn vrouwelijkheid was weggenomen en ik nooit meer zwanger zou kunnen worden. Nog in mijn kraamperiode begon ik al te denken aan mogelijkheden om toch nog een derde kind te krijgen. Misschien konden we adopteren? Lies had het ooit over draagmoederschap gehad. Wie weet was dat nog een optie? Het gaf me hoop, al was het maar een sprankeltje. Ik hoefde het hoofdstuk kinderen nog niet volledig af te sluiten.’

Ook bij Lies nam het draagmoederidee concretere vormen aan toen ze hoorde wat Elke overkomen was. ‘Ik wist dat zij en Dries nog een kinderwens hadden. Misschien kon ik hen helpen om die te vervullen en hun kind dragen. Voor hen wilde ik dat graag doen.’

Kippenvelbericht

Het onderwerp werd al snel aangeraakt door beide vriendinnen. ‘Ik heb eerst zitten vissen of je nog altijd met dat draagmoederplan in je hoofd zat’, lacht Elke. ‘Zonder op de man af te vragen of je dat eventueel voor ons zou willen doen.’

Lies: ‘We konden op dat moment niet rustig praten, omdat de kinderen onze aandacht opeisten. Maar ik heb diezelfde avond een berichtje gestuurd: ‘Ik weet niet of jij en Dries een derde kind willen en of jullie een draagmoeder zien zitten. Maar als dat zo is, ben ik kandidaat. Zullen we binnenkort eens afspreken met z’n vieren?”

‘Ik krijg nog altijd kippenvel als ik daaraan terugdenk’, vult Elke aan. ‘Een magisch moment. En het begin van iets heel moois.’ Lies knikt: ‘Als ik terugkijk op het traject dat we sindsdien samen hebben afgelegd, voelt het aan als puzzelstukjes die een voor een in elkaar vallen. Ik heb geen moment getwijfeld, geen seconde spijt gehad.’

Ik heb gerouwd, omdat er een stukje van mijn vrouwelijkheid was weggenomen en ik nooit meer zwanger zou kunnen worden

Elke wil graag kwijt hoe cruciaal hun vriendschap is als basis voor het avontuur dat ze zijn aangegaan. ‘We staan op dezelfde manier in het leven, zitten op dezelfde golflengte. Ik kan me niet voorstellen dat ik dit zou kunnen doen met een draagmoeder die ik amper kende of bij wie onze partners niet zo betrokken waren als nu het geval is. We kunnen met z’n vieren over alles praten, in alle openheid en vertrouwen. Dat is nodig, want er komt onderweg heel wat bij kijken.’

Doemscenario’s

Via de gynaecoloog van Lies kwamen ze terecht in het Universitair Medisch Centrum Sint-Pieter in Brussel. Daar deden Elke en Dries hun verhaal: ze wilden graag begeleid worden bij het verwekken van een derde kind, via draagmoeder Lies. Na enkele gesprekken met de gynaecoloog en de psycholoog kregen ze groen licht van de ethische commissie. Vervolgens was het aan Lies en Peter om hun motivatie te komen toelichten. Ook zij kregen de goedkeuring. ‘In het ziekenhuis gingen ze zeker niet over één nacht ijs’, benadrukt Lies. ‘Ze hebben ons serieus doorgelicht: waarom wilden we dit, beseften we de draagwijdte van onze keuze, hoe reageerde de omgeving op onze plannen?’

‘In een van de gesprekken werd sterk gehamerd op onze verantwoordelijkheden’, vertelt Elke. ‘We kregen een heleboel doemscenario’s voorgelegd. Stel dat er iets mis zou zijn met het kind, of dat Lies iets zou overhouden aan de zwangerschap, of zou sterven tijdens de bevalling. Zagen we dat nog altijd zitten? Het was verschrikkelijk om ja te blijven zeggen. Natuurlijk wilde ik niet op mijn geweten hebben dat er iets met Lies zou gebeuren. Na die consultatie zijn we met z’n vieren iets gaan drinken en heb ik gehuild dat we er misschien maar beter mee stopten. Toen is Lies boos op me geworden.’

‘Ik was niet boos, maar kordaat’, reageert Lies. ‘Dat ze ons op al die risico’s wezen, was logisch. Er zijn vast ook wensouders en kandidaat-draagmoeders die daar niet genoeg bij stilstaan. Maar ik vond het niet nodig om Elke en Dries bij voorbaat zo’n immens schuldgevoel aan te praten. Het gaat om een gedeelde verantwoordelijkheid, om een beslissing die we met z’n vieren heel bewust hebben genomen. Ik besef heus wel dat er dingen fout kunnen gaan. Maar als je voortdurend rekening moet houden met rampen en onheil, raak je alleen maar verlamd van schrik en doe je niks. Ik wil uitgaan van het positieve en erop vertrouwen dat het goed komt.’

Lies is draagmoeder van de baby van Elke: 'Ik weet dat ik het kan: dit kind afgeven'
© Fred Debrock

Geen huis meer

Elke werd hormonaal gestimuleerd, waarna een pick-up volgde om de rijpe eicellen uit haar eierstokken te halen en te bevruchten met sperma van Dries. Vervolgens werd het embryo, dat genetisch dus van de wensouders is, ingeplant bij Lies. Bij de vierde poging was het raak.

‘Ik heb op een zondagochtend een zwangerschapstest gedaan’, vertelt Lies. ‘In mijn eentje, in de badkamer, terwijl Peter met de kinderen beneden was. Er verscheen een kruisje, en ik werd prompt overspoeld door een golf van geluk. Ik ben even blijven zitten om het tot me te laten doordringen, voor ik Peter heb geroepen. Toen ik naar Dries en Elke belde om het fantastische nieuws te vertellen, waren we allemaal in tranen.’

‘Wij lagen nog in bed te soezen, samen met de kindjes’, weet Elke nog. ‘Tot Lies belde. We waren in één klap klaarwakker en door het dolle heen. Onze jongste is nog te klein om te begrijpen wat er gaande is, maar de oudste, die vijf is, snapt het wél. Hij vertelt aan zijn vriendjes dat hij in de herfst nog een broer of zus krijgt. En dat het kindje nu nog in de buik van Lies zit, maar dat het bij ons komt wonen als het er eenmaal is.’

Lies: ‘Wij hebben aan onze kinderen uitgelegd dat Elke en Dries graag nog een derde kindje wilden, maar dat Elke in haar buik geen huisje meer heeft om een baby in te laten wonen. Dus heeft de dokter een eitje van Elke en een zaadje van Dries genomen en mag de baby nu in mijn buik groeien tot hij groot genoeg is om geboren te worden. Ze reageerden heel laconiek: oké, goed. Het kindje in mama’s buik zien ze ook niet als een broer of zus, maar als de baby van Elke en Dries. Voor mij geldt hetzelfde. Deze zwangerschap voelt fysiek niet anders dan die van mijn eigen drie kinderen. Ik streel mijn buik, maak contact. Maar tegelijk ben ik er mentaal en emotioneel op ingesteld dat ik niet opnieuw moeder word en bereid ik me niet voor op de komst van een kind. Best fijn: ik hoef me niet te bekommeren om een naam, babykleertjes of een geboortekaartje. Ik mag gewoon genieten van het zwanger zijn.’

‘Mag dat in België?’

De twee koppels zagen elkaar voordien al regelmatig, maar sinds de zwangerschap een feit is, spreken ze nog vaker af. Ook voor doktersafspraken leggen ze hun agenda’s zoveel mogelijk naast elkaar. Lies: ‘Dan zitten we met z’n vieren ontroerd naar de echo en naar elkaar te kijken. Blij met dit wonder, blij dat alles zo goed gaat met de baby.’

Deze zwangerschap voelt fysiek niet anders dan die van mijn eigen drie kinderen

Elke: ‘We hebben het nieuws ook simultaan aangekondigd op Facebook. Met dezelfde foto, zodat de link duidelijk was, maar een ander tekstje. Bij mij stond te lezen: Baby #3, growing in our hearts. En bij Lies: Mijn buik, hun baby, ons verhaal.

‘Familie en goede vrienden wisten vooraf al van onze plannen’, vertelt Lies. ‘Dat was makkelijker dan op een dag ineens te moeten aankondigen dat ik zwanger ben van een kind dat niet van mij is. (lacht) Welke reacties ik zoal gekregen heb? Verrast, bewonderend, nieuwsgierig. Gaande van ‘Chapeau’ en ‘Ik zou het niet kunnen’ tot ‘Mag dat wel in België?”

Ook bij Elke en Dries kwamen, naast de felicitaties, af en toe vragen over het hoe en wat van deze zwangerschap. ‘We merkten dat sommige mensen voorzichtig en eerder terughoudend reageerden, wellicht uit bezorgdheid over de goede afloop.’

‘Of uit onwetendheid’, vult Lies aan. ‘Rond draagmoederschap heersen nog veel taboes en misverstanden. De meeste mensen kennen alleen de verhalen die in de media komen en die vaak slecht aflopen. Dat geeft een vertekend beeld, want negen op de tien keer gaat het wél goed. Als ik mijn verhaal wil vertellen, is het dan ook om dit onderwerp eens op een positieve manier onder de aandacht te brengen.’

Je vrouw uitlenen

Aan Lies wordt ook vaak gevraagd wat haar man ervan vindt. ‘Sommige mensen willen zelfs van hem weten hoe het is om zijn vrouw ‘uit te lenen’. Maar echt, hij vindt het helemaal oké. Hij staat ook geenszins buitenspel: hij kan al zijn vragen, zorgen en twijfels delen, niet alleen met mij, maar ook met Elke en Dries.’

Er is ook nog die andere prangende vraag, die op ieders lippen brandt en die het vaakst aan Lies gesteld wordt: weet ze zeker dat ze het kindje straks zal kunnen afgeven? Lies: ‘Daar heb ik me nog geen moment zorgen over gemaakt. Dat is juist wat je een draagmoeder maakt: de innerlijke overtuiging dat je dat effectief kunt. Bij de minste twijfel was ik er niet aan begonnen. Elke is de mama, niet ik.’

We zullen in alle transparantie aan ons kind vertellen op welke bijzondere manier het er is gekomen

Waarom per se een derde kind, zelfs in deze omstandigheden? Het wordt soms aan Elke en Dries gevraagd. Elke: ‘Ja, waarom? Een kinderwens valt zo moeilijk rationeel te verklaren. Dries en ik zijn allebei enig kind en droomden van een groot gezin, een huis vol leven en vol kinderstemmetjes. Toen het ernaar uitzag dat we onze droom moesten opbergen, was dat serieus slikken. Maar toen kwam Lies in het vizier, met haar voorstel om draagmoeder voor ons te zijn. We hebben die kans met beide handen gegrepen.’

Even snuffelen

Als de bevalling zich straks aankondigt, zullen Elke en Dries in hun auto springen om naar Lies en Peter te rijden. Net zoals de vorige keren wil Lies graag thuis bevallen. ‘Omwille van de intieme sfeer, maar ook omdat Elke en Dries dan onmiddellijk hun kindje kunnen verwelkomen. Na de bevalling moeten ze de kans krijgen om met hun kindje bezig te zijn, en bij een thuisbevalling hebben we de regie meer in handen dan in het ziekenhuis.’

‘Dat eerste contact lijkt me inderdaad belangrijk voor de hechting’, aldus Elke. ‘De kans is groot dat we na de bevalling nog even samen willen bekomen. Misschien blijven Dries en ik zelfs nog een nachtje logeren met de baby. We zien wel. Alles is tot nu toe redelijk vanzelf gegaan tussen ons, elke behoefte kan worden uitgesproken. Ik ben ervan overtuigd dat dat na de bevalling niet anders zal zijn.’

Lies zal altijd een speciale rol blijven spelen in het leven van het kind dat ze nu draagt, en niet alleen omdat haar naam op de geboorteakte vermeld staat. Elke: ‘We zullen in alle transparantie aan ons kind vertellen op welke bijzondere manier het er is gekomen en welke rol Lies daarin vervuld heeft. Het is absoluut het mooiste cadeau dat iemand ons kon geven.’

‘Ik kijk enorm uit naar het moment waarop Elke en Dries hun baby voor het eerst in hun armen kunnen nemen’, besluit Lies. ‘Of ik de baby zelf ook even wil vastpakken? Natuurlijk. Ik wil graag kennismaken met het wezentje dat gedurende negen maanden in mijn buik heeft gewoond. Even snuffelen en knuffelen, om hem daarna met heel mijn hart aan Elke en Dries te geven en mee te genieten van hun grote geluk. Daar doe ik het voor.’

DRAAGMOEDERSCHAP IN BELGIË

Draagmoederschap is in ons land niet verboden, maar wetgeving is er (nog) amper. Wie eraan begint, waagt zich in een schemerzone met veel rechtsonzekerheid.


Hoe zit het met de afstammingsregels?

De vrouw die het kind baart, is voor de wet de moeder, ook als het embryo dat bij haar werd ingeplant genetisch van de wensouders is. Dit houdt in dat de draagmoeder niet verplicht kan worden om het kind af te staan. Omgekeerd kunnen de wensouders niet gedwongen worden om het kind in hun gezin op te nemen.


Hoe kunnen de wensouders de wettelijke ouders worden?

Is de draagmoeder ongehuwd, dan kan de wensvader het kind voor de geboorte erkennen, waarna de wensmoeder kan adopteren. In de andere gevallen wordt het kind door de draagmoeder ter adoptie afgestaan en starten de wensouders een adoptieprocedure op. Tot die rond is – en dat kan twee jaar duren – hebben ze nauwelijks rechten.


Hoe vaak komt draagmoederschap voor in België?

Er zijn geen exacte cijfers bekend, maar het komt vaker voor dan gedacht, ook omdat de verwekking soms in de privésfeer gebeurt, zonder medische begeleiding. Dat is alleen mogelijk bij zogenaamd laagtechnologisch draagmoederschap, waarbij de draagmoeder ook de genetische moeder is: het gaat om haar eigen eicel. Bij hoogtechnologisch draagmoederschap is de eicel van de wensmoeder. Deze procedure verloopt altijd via een fertiliteitscentrum en wordt pas opgestart na een grondige medische en psychologische screening.


Is er een wet op komst?

Er zijn in de loop der jaren al verschillende wetsvoorstellen geweest, omdat er nood is aan een wettelijk kader om een en ander in goede banen te leiden. Maar een wet is er nog niet. Waar de verschillende politieke partijen het over eens zijn, is dat draagmoederschap in geen geval een commerciële aangelegenheid mag zijn. Alleen altruïstisch draagmoederschap is toegestaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content