Françoise Chombar, CEO van Melexis: ‘Quota voor vrouwen zijn niet de oplossing’

© Fred Debrock
Wim Denolf
Wim Denolf Wim Denolf is journalist bij Knack Weekend. Liefst schrijft hij elke week over een ander thema.

Françoise Chombar (56) woont in Limburg en is medeoprichter en CEO van chip- en sensorenfabrikant Melexis. Na de Vlerick Award in 2016 streek ze vorig jaar ook de Global Prize for Women Entrepreneurs en de titel van ICT Personality of the Year op.

In een andere tijd was ik misschien architect geworden. Muurtjes metselen en maquettes bouwen, defecte toestellen uit elkaar halen: als kind deed ik dat graag. Werk vinden was al heel wat in de jaren tachtig, dus werd ik thuis zachtjes naar de talen geleid – een ‘veilige’ keuze voor een meisje, en ik had er aanleg voor.

In het begin sneerden ingenieurs dat ik van Venus kwam. Ik ben een vrouw in een mannenwereld, zonder technische opleiding, maar ik wil wel begrijpen hoe dingen werken. Ik heb een andere kijk en stel soms naïeve vragen, maar dat is in een creatieve sector een voordeel: ingenieurs die de zaken hardop verstaanbaar moeten maken, komen vanzelf op nieuwe ideeën.

Diversiteit verandert ook de manier waarop werknemers met elkaar omgaan, weg van haantjesgedrag en seksisme.

Diversiteit stimuleert innovatie. Genderneutraal zijn is daar een aspect van: je kunt alles niet volledig door mannen laten bedenken, ontwikkelen en verkopen als de markt voor de helft uit vrouwen bestaat. Maar ook culturele diversiteit en inclusiviteit op het vlak van leeftijd tellen. De mix van perspectieven is essentieel om tot betere producten en diensten te komen, en uiteindelijk tot een bedrijf waarin iedereen kan openbloeien. Diversiteit verandert immers ook de manier waarop werknemers met elkaar omgaan, weg van haantjesgedrag en seksisme. Een hoofddoek of een tattoo, bij ons kijkt niemand daarvan op. Kiezen tussen resultaten en mensen heb ik nooit gewild: je kunt voor beide tegelijk zorgen.

Als ik niet kan erkennen dat ik fouten maak, dan kunnen onze werknemers dat evenmin. Dan creëer je een bedrijfscultuur waarin mensen misstappen verbergen, de schade uit de hand loopt en ze dezelfde fouten herhalen. Toen we Melexis in 1989 oprichtten, overtuigde Roland Duchâtelet me om te durven, om me ondanks mijn gebrek aan ervaring te smijten, en dat trek ik door in het bedrijf. We helpen onze mensen om zelf knopen door te hakken en hun keuzes te staven, maar als het fout gaat, wijzen we ze niet met de vinger. Iets anders is het wanneer iemand die fout op een ander schuift, dat pik ik niet.

Ik kan me niet beperken tot een bedrijf en het grotere plaatje negeren. Het feit dat nog te weinig jongeren kiezen voor een technische opleiding bijvoorbeeld. Voor mij is mijn engagement voor het STEM-platform (science, technology, engineering, mathematics, red.) van de Vlaamse Regering gewoon een evidentie. Omdat technologie onze economie doordringt en de oplossing is voor uitdagingen als de klimaatopwarming, maar ook omdat we vooral meer meisjes in STEM-richtingen nodig hebben. Dan dichten we de economische genderkloof meteen. Je kunt niet genoeg benadrukken dat technologie mensen helpt en de wereld ten goede verandert – meisjes hebben daar oren naar.

Bedrijven worden pas aantrekkelijk voor vrouwen als het genderevenwicht door iedereen gedragen wordt.

Jaknikkers leren je niets. Maar dan moet je als CEO ook je grote gelijk loslaten en tegenspraak mogelijk maken. Sowieso ben ik geen alfavrouw die altijd het laatste woord heeft en alle eer opstrijkt. Laat staan dat ik me afzonder. Op kantoor heb ik zoals iedereen een tafel met een stoel, maar ik zit tussen alle anderen, zonder eigen bureau.

Quota voor vrouwen zijn niet de oplossing. Bedrijven worden pas aantrekkelijk voor vrouwen als het genderevenwicht door iedereen gedragen wordt en je hele manier van werken genderneutraal is. Dat gaat verder dan flexibele werkuren, thuiswerk en geen avondvergaderingen. Resoneren je vacatures ook bij hen bijvoorbeeld, of alleen bij mannen? Hou je er rekening mee dat vrouwen anders gekalibreerd zijn? Stereotypen, het gebrek aan rolmodellen, volgzaam zijn en andere subliminale boodschappen die we als kind meekrijgen: al die zaken zorgen ervoor dat vrouwen algauw denken dat ze niet in aanmerking komen voor een bepaalde job. Mannen daarentegen wagen hun kans al wanneer ze vijf van de tien vereisten kunnen aanvinken.

Ik heb al doende geleerd om mijn plaats op te eisen. Lang geleden gebeurde het weleens dat ik een voorstel deed dat compleet genegeerd werd, waarna een man precies hetzelfde zei en iedereen er wild van was. Zulke zaken mag je als vrouw niet laten passeren. Een tip voor als het jou overkomt: zeg die man hoe leuk je het vindt dat hij je idee steunt.

Françoise Chombar en andere vrouwelijke topfiguren vertellen hun verhaal in Who run the the world? De kracht van vrouwelijk leiderschap van Tine Maenhout en Elke Jeurissen, zopas verschenen bij Pelckmans Pro (29,50 euro).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content