Zwangerschapsdiscriminatie: ‘Mijn baas zei: ‘Al mijn vertegenwoordigers zouden gesteriliseerd moeten worden, zoals bij katten’

© Getty Images
Anke Wauters
Anke Wauters Journaliste Knack Focus en Knack Weekend

Dat een zwangere vrouw niet gediscrimineerd mag worden, is voor velen zo vanzelfsprekend dat het onwaarschijnlijk lijkt dat zwangerschapsdiscriminatie vandaag nog voorkomt. Toch maken nog veel werkgevers het bont. Waar loopt het mis?

‘Tijdens mijn moederschapsverlof wilde mijn werkgever me zien en legde hij uit dat hij mijn contract wilde beëindigen omdat hij geen werkneemster nodig had die afwezig zou zijn voor haar zieke baby’, zegt Inge*, die als leerkracht in een privéschool aan de slag was.

Tijdens haar zwangerschap was Inge erg moe. Ze kreeg klassen op de derde verdieping, zelfs tot drie weken voor haar bevalling, terwijl collega’s de klassen op de begane grond kregen.

‘Tijdens mijn moederschapsverlof wilde mijn werkgever me zien en legde hij uit dat hij mijn contract wilde beëindigen omdat hij geen werkneemster nodig had die afwezig zou zijn voor haar zieke baby’ (Inge)

‘Ik deed overwerk omdat een aantal van mijn superieuren me hadden laten verstaan dat ze tijdens hun zwangerschap veel hadden gewerkt. Ik voelde dat ik moest bewijzen dat ik evenveel en zelfs nog meer kon werken’, vertelt Inge. ‘Mijn werkgever probeerde me tijdens mijn zwangerschapsverlof ontslag te laten nemen. Ik moest op zoek naar een andere baan en daardoor genoot ik minder van mijn baby.’

Uiteindelijk heeft Inge het contract met wederzijdse instemming stopgezet. ‘Daarna had ik het moeilijk om een andere baan te vinden. Ik heb er spijt van dat ik geen klacht heb ingediend, maar ik had er de energie of de moed niet voor.’

Zwangerschapsdiscriminatie

De situatie van Inge is geen uitzondering in ons land. Contracten die niet verlengd worden, verzuurde werkrelaties, promoties die niet doorgaan… Dat een zwangere vrouw niet gediscrimineerd mag worden, is voor velen zo vanzelfsprekend dat het onwaarschijnlijk lijkt dat zwangerschapsdiscriminatie vandaag nog voorkomt. Nochtans is meer dan een derde van de meldingen met betrekkingen tot arbeid die het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM) ontvangt direct of indirect gelieerd aan een zwangerschap.

Dat sommige chefs het wel erg bont maken, blijkt uit de getuigenis van Kim*: ‘Mijn baas zei tegen me dat al zijn vertegenwoordigers gesteriliseerd zouden moeten worden, zoals bij katten. Een collega had in mijn aanwezigheid kritiek op ‘die vrouwen die zwanger worden en het werk bemoeilijken’ toen ik bijna acht maanden zwanger was. Hij zei dat omdat mijn arts mij een attest had gegeven om dienstreizen met het vliegtuig te verbieden vanaf acht maanden zwangerschap, omdat ze vreesde voor een vroegtijdige bevalling.’

‘Mijn baas zei tegen me dat al zijn vertegenwoordigers gesteriliseerd zouden moeten worden, zoals bij katten’ (Kim)

De wetgeving rond de bescherming van zwangere vrouwen is nochtans erg duidelijk: elke ongunstige behandeling van een vrouw die verband houdt met zwangerschap of moederschap wordt gelijkgesteld met een discriminatie op grond van geslacht. Deze vorm van discriminatie is strafbaar. Bovendien mag je een zwangere werkneemster in principe niet ontslaan tijdens of omwille haar zwangerschap of moederschapsrust.

Ondanks de wetgeving die België heeft om zwangere vrouwen en jonge moeders te beschermen tegen discriminatie, lopen er toch heel wat zaken mis. De meest schrijnende verhalen hebben te maken met pesterijen op het werk. Voor iedere werkneemster die ontslagen werd naar aanleiding van haar zwangerschap waren er drie die zelf opstapten. Onder druk, of omdat ze slecht behandeld werden.

Risicoanalyse

‘Wij zien dat de melding dat men zwanger is in heel wat gevallen tot negatieve reacties leidt bij werkgevers en collega’s’, beaamt Liesbet Stevens, adjunct-directeur van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM), ‘Dan zien we dat vrouwen soms ‘de eer aan zichzelf houden’. Dat is natuurlijk dramatisch, want het kan een verregaand effect hebben op de verdere loopbaan. Maar je merkt dat vrouwen op een bepaald moment de energie niet meer hebben om te blijven en te vechten.’

Niet alleen de sfeer kan giftig zijn, ook de werkomgeving. Letterlijk dan. ‘Ik werk met potentieel gevaarlijke producten en de werkgever deed niets, ondanks het feit dat het een werkgever is met gezondheid als kernactiviteit’, getuigt laborante Nathalie*.

‘Ik werk met potentieel gevaarlijke producten en de werkgever deed niets, ondanks het feit dat het een werkgever is met gezondheid als kernactiviteit’ (Nathalie)

Als een zwangere werkneemster een job uitoefent die risico’s inhoudt voor haar eigen gezondheid en veiligheid of die van haar kind, dan is haar werkgever nochtans wettelijk verplicht om de job in kwestie aan te passen, of – indien aanpassingen niet mogelijk zijn – de werkneemster vrij te stellen van arbeid.

‘Risicoanalyses zijn in principe oefeningen die per functie moeten gebeuren’, legt Stevens uit, ‘De grote uitdaging in verband met risicoanalyses lijkt ons te zijn dat werkneemsters zelf niet op de hoogte zijn van de risicoanalyse die voor hun functie gebeurt of gebeurd is. En er wordt in die risicoanalyses niet zo goed rekening gehouden met werkdruk en stress. Wat natuurlijk twee psychosociale factoren zijn die een extra impact hebben op een zwangere vrouw en net vandaag, met het hoog percentage aan burn-outs, zo alomtegenwoordig zijn.’

‘De communicatie rond risicoanalyses kan ook verbeterd worden. Voor heel wat vrouwen wordt ook gezegd dat er geen risico is, terwijl de vrouwen zelf ongerust zijn’, besluit Stevens.

‘In het algemeen beschikken de directe leidinggevenden, ook al zijn ze welwillend, niet over voldoende kennis of een aangepaste preventiecultuur om met een zwangere werkneemster om te gaan’, beaamt Nathalie, ‘De arbeidsgeneeskunde heeft mij in het algemeen teleurgesteld door hun totaal onpersoonlijke en inadequate aanpak: weinig informatie, geen waarschuwingen, geen enkele aanpassing van de werkpost… Het toezicht op de gezondheid en het beheer van gevaarlijke producten is ontoereikend op mijn werkplek. Ik moest voor 100% vertrouwen op de informatie die ik zelf verzameld had.’

Recht op je rechten

Het blijkt het grootste pijnpunt: een zorgwekkend percentage van de vrouwen is niet op de hoogte van de regelgeving voor het beschermen van zwangere werknemers. Volgens cijfers van het IGVM voelde slechts 24,3% van de werkneemsters die aan het werk bleven tijdens hun zwangerschap zich door haar werkgever voldoende geïnformeerd over haar rechten als zwangere werkneemster.

‘Na elke periode van bevallingsverlof heb ik telkens taken moeten afgeven aan andere collega’s. Moederschap staat voor mij gelijk aan een soort van omgekeerd carrière maken’ (Christine)

‘Dat is niet de fout van de vrouwen in kwestie’, benadrukt Liesbet Stevens (IGVM), ‘De informatie wordt slechts zelden of weinig aangeboden.’ Stevens somt een aantal misverstanden op: ‘Het feit dat een werkgever bijvoorbeeld niet mag vragen naar je gezinstoestand of je plannen op vlak van gezinsuitbreiding en, als ze dat toch doen, dat je het recht hebt om daar niet op te antwoorden of zelfs om te liegen, is iets wat weinig vrouwen weten.’

‘Heel veel vrouwen denken ook dat het nodig is dat ze zeggen dat ze zwanger zijn wanneer ze solliciteren, maar dat is helemaal niet verplicht. De potentiële werkgever mag er geen rekening mee houden. Het gaat ook ruimer: heel veel vrouwen weten niet dat ze het recht hebben om tijdens de werkuren naar de gynaecoloog te gaan als er het op geen ander moment kan.’

Hoe zorgen we dat meer vrouwen op de hoogte zijn van hun rechten? ‘Als het gaat over rechten leren kennen, vallen we heel snel terug op de rol van scholen om te informeren’, zegt Stevens, ‘Maar ik denk niet dat het nodig is om een 15-jarige uit te leggen wat haar rechten zijn als ze later zwanger wordt.’

Er zijn wel goede bronnen van informatie, zegt Stevens: ‘Maar je moet er als zwangere of pas bevallen vrouw toch nog te vaak zelf naar op zoek gaan. Misschien zou het interessant zijn als toekomstige mama’s én papa’s ook uitleg krijgen over hun rechten wanneer ze bijvoorbeeld een zwangerschapscursus volgen.’

Vrouwen die zwanger zijn of plannen om zwanger te worden moeten zich goed kunnen informeren over hun rechten, beklemtoont Stevens: ‘Maar als ze informatie over hun rechten vinden, bijvoorbeeld bij een werkgever zelf, stoppen ze hun zoektocht snel. Het is echter belangrijk om verschillende bronnen te consulteren.’

Ook is de drempel voor vrouwen om hun rechten effectief te doen naleven ook erg hoog, weet Stevens: ‘Vrouwen stappen niet zo gemakkelijk naar de vakbond of organisaties die hen kunnen ondersteunen. Als je zwanger of net bevallen bent, gaat natuurlijk heel wat van je energie daar naartoe. Bovendien lijkt het moeilijk voor vrouwen om het gevoel te hebben dat ze echt recht hebben op hun rechten. We merken dat ook wanneer vrouwen bij onze juridische dienst terecht komen: ze zijn vooral heel voorzichtig over het effect dat het gaat hebben wanneer ze hun rechten doen naleven.’

Die bezorgdheid is gerechtvaardigd: zwangere werknemers lopen ook echt het risico om ongunstig behandeld te worden wanneer ze hun rechten doen naleven.’ Maar toch’, houdt Stevens vol, ‘In principe zou iedereen ervan doordrongen moeten zijn dat er niets mis is met jezelf informeren.’

Zwangerschapsdiscriminatie: 'Mijn baas zei: 'Al mijn vertegenwoordigers zouden gesteriliseerd moeten worden, zoals bij katten'
© igvm
Zwangerschapsdiscriminatie: 'Mijn baas zei: 'Al mijn vertegenwoordigers zouden gesteriliseerd moeten worden, zoals bij katten'
© IGVM

Toestemming vragen

Veel is verbonden met de perceptie van vrouwen die aan kinderen beginnen. Volgens cijfers van het IGVM heeft 22,5% van de werkneemsters het gevoel dat ze als minder ambitieus worden gezien sinds hun zwangerschap. ‘Er zijn specifieke genderstereotypen die te maken hebben met moeders. Mensen gaan er bijvoorbeeld gemakkelijk van uit dat de prioriteit van moeders bij hun gezin en kinderen ligt. Of sterker nog: moet liggen’, duidt Stevens.

‘Na elke periode van bevallingsverlof heb ik telkens taken moeten afgeven aan andere collega’s’, laat Christine* weten. Moederschap stond voor haar gelijk aan een soort van omgekeerd carrière maken. ‘Mijn meerderen vonden dit steeds heel vanzelfsprekend, terwijl dit voor mij eerder aanvoelde als een straf. Alsof je gestraft wordt voor het krijgen van kinderen, echt geen fijn gevoel.’

‘Het is heel vaak zo dat betrokkenen in de plaats van de zwangere of net bevallen vrouw gaan denken’, gaat Stevens akkoord, ‘Leer managers en teamleiders aan om dat niet te doen.’ Het is niet altijd slecht bedoeld, nuanceert Stevens: ‘Mensen denken: ‘Die vrouw is zwanger of heeft net een kind gekregen, dus we gaan haar niet vragen om die vorming in het buitenland te volgen.’ Het is een soort van goedbedoelde reflex, maar dit kan negatief overkomen, want natuurlijk heeft het een effect op hun mogelijkheden.’

‘Er werd mij vanuit enkele collega’s een groot schuldgevoel aangesmeerd over het feit dat ik een tijdje thuis was. Zij verwachtten dat ik meer deed dan nodig en hun taken uit handen nam want ik ‘had toch fijn 4 maanden mogen uitrusten’ (Lisanne)

Anderzijds moeten werkgevers een zwangerschap beschouwen als iets waar je in je planning rekening mee moet houden. ‘Van zodra dat iemand laat weten aan de werkgever dat ze zwanger zijn, zou dat eigenlijk het ideale moment zijn om samen te zitten en te kijken wanneer ze graag hun bevallingsverlof laten starten, hoe ze de periode erna zien, wat het betekent voor de projecten waar ze op werken… Heel veel van die zaken worden maar heel beperkt besproken.’

En dat zorgt voor onnodige spanning op de werkvloer. Zwanger zijn wordt door sommige collega’s als ‘profiteurschap’ omschreven, en vinden dat ze recht hebben op compensaties voor het werk dat zij moeten overnemen.

‘Er werd mij vanuit enkele collega’s een groot schuldgevoel aangesmeerd over het feit dat ik een tijdje thuis zou zijn’, getuigt Lisanne*, ‘Daar betaal ik nog steeds de prijs voor: er wordt vaak door deze collega’s verwacht dat ik nu meer doe dan nodig en hun taken uit handen neem want ik ‘heb toch fijn 4 maanden mogen uitrusten’. Dat geeft veel stress en ik kan op weinig begrip rekenen wanneer ik niet iedere dag overwerk omdat ik mijn dochtertje toch een paar uur per dag wil zien.’

Wij kunnen een zwangerschap in principe beter plannen: we studeren langer, we treden later in de arbeidsmarkt, waardoor onze carrières later starten… Dat geheel lijkt ervoor te zorgen dat er andere verwachtingen zijn.

‘Ik begrijp waarom vrouwen het gevoel hebben dat ze ’toestemming’ moeten vragen’, zegt Stevens, ‘Door een zwangerschap zal je minstens tijdelijk niet aanwezig zijn op de werkvloer. Vrouwen stellen zich haast in de positie van de werkgever en proberen in hun plaats te bedenken welke problemen dat zal opleveren.’

Kip en ei

De combineerbaarheid van een job en een kind: in realiteit zien we dat het niet altijd gemakkelijk is. Dit werkt ook het mechanisme van horizontale segregatie op de arbeidsmarkt in de hand.

Het is een beetje de discussie van de kip en het ei: in sectoren waar veel vrouwen aan de slag zijn, gaat de vraag naar de combineerbaarheid vlotter hoog op de agenda staan van de werkgever. Terwijl in sectoren waar weinig vrouwen aan de slag zijn, en waar men de kwestie sterk associeert met vrouwen, het minder prioritair is.

‘Het is een klassieke denkwijze: als je de enige bent met een probleem, is het probleem minder dwingend’, knikt Stevens, ‘Anderzijds, in de ‘war for talent’ waar we nog steeds naartoe evolueren, zien we dat diversiteit op de werkvloer – ook in termen van voldoende vrouwen en mannen in alle beroepen – een aandachtspunt wordt. Bedrijven gaan vaker voorzien in flexibele manier van werken, het voorzien in mogelijkheden voor kinderopvang… Dat soort systemen maken een sector of een bedrijf aantrekkelijker. Een sector of werkgever die mensen met jonge kinderen, zowel mannen als vrouwen, willen aantrekken, zouden we aanraden om actief op die ondersteuning in te zetten.’

Maar willen bedrijven daar echt werk van maken? Worden zwangere vrouwen niet nog steeds vooral als een last gezien? Dat is een grote val, waarschuwt Stevens: ‘We hoeven niet naïef te zijn. Het klassieke beeld van een werknemer is dat van iemand die er alle dagen is en zonder problemen van 9 tot 5 niets anders aan hun hoofd heeft dan het werk. Geen enkele persoon beantwoordt daaraan. Nu wordt er nog te vaak impliciet vertrokken van die ideale werknemer. En die bestaat niet.’

Waar komt de vader in dit hele verhaal in the picture?

Nog veel te weinig, vindt Stevens: ‘Het is steeds minder de keuze van de vaders zelf. Heel wat jonge mannen willen echt die rol opnemen. Heel wat mannen nemen geen genoegen meer met het stereotiepe beeld van de afwezige vader-kostwinner.’

Op lange termijn zal discriminatie gelieerd aan zwangerschap alleen maar opgelost kunnen worden als zowel mannen als vrouwen die hun gezin uitbouwen even minder beschikbaar kunnen zijn. Daarin ligt ook een meerwaarde voor het leven van mannen, weet Stevens.

‘De oplossing zal niet zijn om mannen tegen hun zin te dwingen om zorg op te nemen. We moeten mannen laten beleven dat het ontzettend vervullend is om die rol op te nemen. We moeten hen toelaten om een vervullend professioneel leven te hebben en een fijn gezinsleven, ze niet enkel als de broodwinner zien.’

*De namen in de tekst zijn fictief om de anonimiteit van de bronnen te vrijwaren. Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM). Op hun website kan je meer informatie vinden over de rechten van zwangere werknemers en de stappen die je kan nemen in het geval van discriminatie op grond van een zwangerschap of moederschap. Het Instituut kan je ook – gratis en vertrouwelijk – bijstaan wanneer je denkt het slachtoffer van discriminatie te zijn.

.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content