Voor 4:
1 parelhoen
3 kaasjes ‘petit-suisse’
zout, peper
nootmuskaat
8 tot 12 witloofstronkjes uit volle grond
boter
bouillon
Bestrooi het parelhoen aan de binnen- en buitenzijde met peper en zout. Vul de buikholte met de petit-suissekaasjes. Bind het parelhoen strak op met keukentouw en laat in boter aan beide zijkanten goudgeel kleuren in een braadslede. Leg op de rug en braad 10 à 15 minuten in een voorverwarmde oven (200°). Laat 20 minuten rusten in de oven op 80°, overgiet regelmatig met braadvocht.
Spoel het witloof en snij aan de basis kruiselings in zonder de kern te verwijderen om de typische bitterheid te behouden. Leg in een beboterde gietijzeren stoofpan, bestrooi met zout en nootmuskaat en stoof in weinig vocht onder bakpapier en een omgekeerd plat bord in de oven tot de groente volledig gaar is. Laat het witloof nadien even op hevig vuur bakken, voeg eventueel een klontje boter toe voor een goudgeel kleurtje.
Neem het parelhoen uit de braadslede en versnij. Neem de kaasjes uit het karkas en meng met de braadsappen, blus met bouillon, kook door en zeef, breng op smaak met peper en zout.
Serveer met witloof en aardappel. Dien de saus afzonderlijk op.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier